Buccinum undatum Linnaeus, 1758 Wulk
Kenmerken | Grote spitse schelp met 7-8 windingen. |
---|---|
Kleur | De schelp is bruin, het dier is geel/wit met een donker vlekkenpatroon. |
Voorkomen | Oosterschelde. |
Voedsel | Omnivoor. |
Voortplanting | Geslachtelijk. |
Grootte | Schelp tot 11 cm lang. |
De wulk heeft een voorkeur voor zachte bodems.
Van oktober tot april vindt de paring plaats. In de doorzichtige hoornachtige kapsels zitten meerdere eieren. De eikapsels worden afgezet in een ronde massa op allerlei substraat. De jonge wulken leven in eerste instantie van nog niet uitgekomen eitjes.
De eimassa van de wulk spoelt vaak aan op het strand.
De schelp wordt door de heremietkreeft als woning gebruikt.
In sommige landen wordt de wulk gegeten.